Ze bezoekt, net als wij, het Museo Memoria y Tolerancia. Vijftien, zestien jaar oud schat ik haar. Ze controleert via de selfie camera of alles goed zit. Haar make-up, haar kapsel, alles wordt gecheckt. Ze geeft haar mobiel aan haar moeder.
Ze poseert lachend voor een achterwand waarop een uitvergrote foto staat afgebeeld met daarop zichtbaar de lijken in het concentratiekamp die richting verbrandingsovens worden getransporteerd. Een luguber beeld. Maar van het tafereel dat zich ervoor afspeelt gruwel ik nog meer.
Van binnen borrelt het idee op om de mobiel op de grond te smijten. Ik wil de moeder aanspreken op haar gedrag. Dit bestaat niet, dit kan niet. Dit is onterend. Ik heb hierover een enorm oordeel.
Even later staat ze opnieuw te poseren:
Waarom ben ik zo van binnen zwaar geïrriteerd? Volgens mij heeft ze het zelf helemaal niet door wat ze in feite doet. Welke betekenis het heeft of in welke context ze dit moet zien. Ze wil alleen maar aan haar eigen vrienden op haar social media laten zien dat ze in dit museum is geweest. Niets mis mee. Onschuldige actie. Kom ik aan met mijn beschuldigingen
Het is iets wat niet alleen hier gebeurt. Op tal van plaatsen gebeurt het. Voor de poort van Stammlager Auschwitz met „ARBEIT MACHT FREI“ , Of op de betonnen grafzuilen van het Berlijnse Denkmal für die ermordeten Juden Europas.
Kunstenaar Shahak Shapira maakte in 2017 met zijn project Yolocaust zo pijnlijk duidelijk hoe hij dit letterlijk voor zich ziet en hoe hij zich vooral stoort aan de de geplaatste bijschriften op Facebook, Twitter, Instagram, Tinder, of Grindr:
Is dit een dwaling? Is dit de schaduwkant van het internet? Is dit misschien de impact van de zogenaamde social media? Of is dit armoede in de huidige tijdsgeest.
Alles is informatie
Misschien kan ik het meisje in het museum het niet kwalijk nemen. Ze leeft in een wereld waarin informatie een andere betekenis heeft gekregen. Informatie is verworden tot gegevens, data. We produceren steeds meer data.
Op Facebook worden iedere dag 300.000.000 foto’s geplaatst. Een daarvan is van het meisje in het museum. En iedere minuut worden er 510.000 commentaren geplaatst. Iedere seconde komen er 5 nieuwe profielen op Facebook bij.
Iedere seconde worden er via Google gemiddeld 40.000 zoekopdrachten uitgevoerd.
Zonder context geen betekenis. We bouwen ieder moment onze eigen constructie van de wereld. We laten dingen weg of halen er zaken bij. We interpreteren, we verdraaien.
Een rechte horizontale lijn bij voorbeeld heeft in de context van een grafiek de betekenis van een constante. Op een bouwtekening kan het een dragende muur zijn. In het kubisme een stuk verbeelding van de werkelijkheid.
Die constructie van de werkelijkheid is voor het meisje in het museum niet vanuit het herinneren van of stilstaan bij de holocaust. Haar constructie is wellicht de context van haar vriendengroep, goed hè, ik ben cultureel bezig. Of de relatie met haar moeder staat voorop, kijk eens— ik vraag jou om deze foto te maken.
Voor de data op internet is informatie losgekopeld van de context. Het lijkt erop dat door het internet juist al de informatie aan betekenis verliest. Meer dan ooit.
— je kunt water niet verbranden
— in Mexico spreken bewoners in het algemeen Spaans
— mijn vader is gisteren overleden
— grote kans dat het vanavond donker wordt
Voor de datafreaks zijn bovenstaande vier zinnen gelijk van waarde. Het is allemaal informatie. Maar de betekenis van iedere zin, de waarde voor jou of iemand anders, is totaal verschillend.
Big Data
Het is een zegen, zeggen de voorstanders van dataverzamelen. Ten grondslag aan informatie liggen immers data. Als we maar relevante data verzamelen, kunnen we zaken veel beter begrijpen. We gooien er algoritmes tegenaan, modellen, de hele mikmak. We kunnen op basis van al die data voorspellingen doen en daarmee opnieuw een eigen constructie maken van de werkelijkheid. De bouwers van de Boeing 747 MAX hadden al die data ook verwerkt. Voor Manant Vaidya, die zijn ouders, zus, zwager en twee nichtjes verloor door de crash van vlucht ET302 in Ethiopië, hebben al die big data een andere betekenis gegeven aan zijn werkelijkheid. De betekenis van het begrip Boeing is voor een programmeur van de vliegtuigfabrikant anders dan de betekenis voor Manant Vaidya.
Maar het lijkt dat die verschillende betekenissen in het grote dataverkeer of via Google geheel uitgevlakt worden. Google zoekt niet op betekenissen, al lijkt dat misschien wel. Google zoekt op woorden. Letterlijk.
De generatie die met googlen is grootgebracht, zeg maar de generatie van het meisje in het museum, is zich van geen kwaad bewust. Zij mist de context van de holocaust. Zij is in een museum. Met haar moeder. Met foto’s. Met voorwerpen. Met een rondleiding. Met verschillende ruimten. Iemand die op de betonnen grafzwerken in Berlijn haar yoga oefening doet ziet het Holocaust Mahnmal als onderlegger, als mooi plat vlak. Daar zit geen rottigheid bij.
Iedere generatie creëert haar eigen werkelijkheid. Iedereen construeert zijn of haar eigen wereld. Begrippen vervagen. Contexten vervliegen. Betekenissen gaan verloren. Waarom vinden we data zo interessant? Zo handig? Omdat het ontdaan is van iedere achtergrond, iedere emotie, iedere context. Data kun je rangschikken. Je kunt er rijtjes mee vormen. De data lijken objectief, maar zijn het bijna nooit. Wel als je de context weglaat.
Zoals een keynote spreker op een onderwijscongres eens prachtig begon met de woorden: Ik ben een 6,4! Even later legt hij uit: Dat is het gemiddelde cijfer van alle beoordelingen die ik in mijn leven heb gehad.
“Mexico? Dat is een gevaarlijk land!” Ja als je slechts bepaalde cijfers ziet of media leest. Ja dan lijkt Mexico zelfs heel gevaarlijk.
Bewustwording
Het Museo Memoria y Tolerancia geeft misschien wel antwoord op mijn gestoei met het gedrag van het meisje. Ik mis bij haar iets dat ik moeilijk kan duiden. Ik vind haar gedrag ongepast. Maar waarom mag haar gedrag er niet zijn? Waarom tolereer ik haar gedrag niet? Notabene een onderwerp dat centraal staat in het museum.
Op een van de borden in het museum staat:
“Tolerantie mag nooit worden verward met de acceptatie van alles, omdat de samenleving nooit mag toelaten dat de menselijke waardigheid wordt aangevallen. Tolerantie kan in geen geval worden gebruikt voor het schenden van universele waarden.”
Tolerantie is niet alles goed vinden. Tolerantie is niet hetzelfde als vrijheid van meningsuiting. Het is niet alles goed vinden. Tolerantie is niet onverschilligheid.
“Tolerantie beoefenen betekent niet dat je sociale onrechtvaardigheid tolereert of persoonlijke overtuigingen verloochent, het betekent dat iedereen vrij is om zijn eigen overtuigingen te hebben en accepteert dat anderen die van hem hebben; het betekent accepteren dat alle mensen het recht hebben om in vrede te leven en te zijn zoals ze zijn, ongeacht de diversiteit van hun overtuigingen, hun identiteit of manier van leven.”
Google op menselijke waardigheid of op universele waarden en je raakt verzuild in een ethisch of filosofisch discours. Want iedereen heeft haar of zijn eigen ideeën bij wat menselijke waardigheid is.
Ik maak in een museum een foto van een meisje dat een selfie maakt. Tast ik haar waardigheid aan? Heb ik haar gevraagd of ik de foto mag gebruiken? Is het ethisch om haar in die context weg te halen en te plaatsen in de context van deze blog?
Wat een museum niet teweeg kan brengen….
En daar zijn musea voor.
— Luis Camnitzer (2009)